Waarom zaken voor ons vanzelfsprekend zijn en voor anderen niet

“Dat is toch logisch.”, “Hoe kun je dit nu niet begrijpen?”, “Wat snap je hier niet aan, het is toch overduidelijk?” of wat scherper “Hoe stom kun je zijn!”. Zijn deze uitspraken herkenbaar voor je? Heb je één of meerdere wel eens gedacht, uitgesproken of gehoord? Dit artikel geeft je inzicht hoe dit onbegrip tot stand kan komen.

Als we eenmaal iets weten, is het moeilijk voor ons om ons te verplaatsen in toen we het nog niet wisten of in iemand die het nog niet weet. Waarom?

Ik kwam onderstaand onderzoek tegen in het boek Made to stick van Chip en Dan Heath. Dit boek gaat over waarom sommige ideeën wel plakken en sommige niet. In het boek wordt verteld over het onderzoek waarmee Elizabeth Newton afstudeerde in psychologie.

Ze had een groep mensen opgesplitst in twee groepen. Eén groep had de opdracht om hele bekende muziekdeuntjes op maat op tafel te tikken (Tappers) en de andere groep had de opdracht deze deuntjes te raden zonder voorkennis (Listeners).

Van de 120 deuntje die op maat werden getikt, zijn er 3 correct geraden. Voordat de Listeners zouden pogen te raden welk deuntje werd getikt,werd aan de Tappers gevraagd hoe veel kans zij de Listeners gaven om het deuntje correct te raden. Ze antwoordden 50%. Als deze voorspelling correct was geweest dan zouden er logischerwijs 60 van de 120 deuntjes goed zijn geraden in plaats van 3. Hoe kan er zo’n verschil zijn tussen de inschatting van de Tappers en de daadwerkelijke uitkomst?

Het zit hem in het feit dat ze voorkennis hadden. Zij wisten welk liedje ze gingen tikken. Deze voorkennis maakt dat ze zich nog moeilijk kunnen verplaatsen in de ander die dit nog niet weet.

Het kan zijn dat je in de toekomst merkt dat je de ander niet snapt, terwijl hij zegt “Het is toch overduidelijk!” of dat je jezelf betrapt op het hebben van dergelijke gedachten. Denk dan nog eens terug aan bovenstaand verhaal en realiseer je dat er een gat in jouw of de ander zijn kennis zit.